Ronald Kool op 15 november 2019 | Reageer
Het nieuwe arbeidsrecht kan grote consequenties hebben voor werkgevers die gebruik maken van oproepkrachten. De Wet Arbeidmarkt in Balans (WAB) verplicht werkgevers aan oproepkrachten, die langer dan 12 maanden op basis van een oproepcontract in dienst zijn, een vaste arbeidsomvang aan te bieden. Wie dat verzuimt kan tegen een behoorlijke claim aanlopen die zich jarenlang kan opbouwen.
Telkens als de oproepovereenkomst 12 maanden heeft geduurd, moet de werkgever in de dertiende maand, per brief of e-mail, aan zijn oproepkracht een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang. Deze moet ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde arbeidsomvang in die voorafgaande periode van 12 maanden. Als de werkgever geen aanbod of een onjuist aanbod doet, dan kan de werknemer een claim indienen gelijk aan het loon over het aantal uren dat zijn baas als arbeidsomvang had moeten aanbieden. De oproepkracht kan tot vijf jaar na dato aanspraak blijven maken op het loon over deze arbeidsomvang. Nadat het aanbod is gedaan, heeft de werknemer een maand de tijd om het te accepteren of van de hand te wijzen. Hij moet dan na 12 maanden opnieuw een aanbod krijgen. Omdat de nieuwe wet niet voorziet in een overgangsregeling, moeten werkgevers voor 1 februari 2020 een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen, als een lopende arbeidsovereenkomst op 1 januari 2020 langer dan 12 maanden heeft geduurd. "Vergeet" de werkgever het aanbod jaar na jaar te doen, dan kan de claim van zijn oproepkracht enorm in de papieren gaan lopen, ook omdat daarover de wettelijke - en vertragingsrente moet worden vergoed.